Home That's Write That's Write en Speedo fonts That's Write Encoding file

That's Write en PF-files

That's Write [vanaf versie 3] vereiste een aparte administratie van de fonts. Zondermeer de oude font gebruiken van versie 2.05 zal niet lukken. Het is nodig om in het font-laden venster de optie PF aanmaken te kiezen. Het invul-formulier dat dan verschijnt stelt je gelijk voor enige raadsels: wat moet je hier invullen? Het handboek laat je op dit punt duidelijk in de kou staan. Het verstandigst is een PF file te laden, er worden namelijk enkele ten behoeve van de Speedo-fonts meegeleverd en deze dan met andere font-namen erin weg te schrijven als een aparte PF-file. Voor de oude That's Write cq GEM-fonts is het belangrijk te noteren in de PF-file: file resp. afk. naam als de file-naam minus de S/P/L-prefixen, familie is de naam die je in de font-keuze wilt zien, stijl is normaal, vet of cursief, oude naam is file voorafgegaan door een S, font is de file-naam inclusief prefix-S en extensie .FNT, keyboard is Standard.key.

Bij de Speedo-fonts is het mogelijk een aparte .ENC file op te geven. Dit is een gewone ASCII tekst-file met daarin per regel: ASCII-positie, Speedo-index, omschrijving. Om in That's Write Speedo-fonts te kunnen gebruiken is het gebruik van SpeedoGDOS niet vereist [of zelfs af te raden, een bommen-regen is me al enkele malen ten deel gevallen]. SpeedoGDOS zelf kan een vergelijkbare encoding-file gebruiken om specifieke tekens, b.v. Pools of Turks, binnen de ASCII-reeks te halen, zoals in de vorige aflevering al is besproken, en voor die encoding-file of map is het programmatje CHAR_MAP zeer nuttig. SpeedoGDOS kan slechts één map hanteren, en met eigenwijze fonts als Monospace 821 of Park Avenue ontstaan er problemen. Bij That's Write is de oplossing simpel: een aangepaste encoding file maken speciaal voor die fonts, en de betreffende .ENC ook in de PF file vermelden.


Sinds de vorige aflevering van de font-avonturen heb ik het programma 1StWordPlus 4 kunnen bestuderen. Met name het in gebruik nemen van nieuwe fonts verloopt bij 1stWordPlus een stuk lastiger dan bij That's Write. Desondanks is er goed uit te komen. Dankzij de vergelijkingsmogelijkheden tussen 1stWordPlus 4.0 en That's Write kunnen enkele onduidelijkheden nu opgehelderd worden.

Het invoegen van nieuwe [Speedo] fonts in That's Write en 1stWordPlus 4.02 verloopt via de zogenaamde .PF files. Het zijn ASCII files waarin enkele administratie-gegevens staan van de fonts. Afhankelijk van of het font een Speedo of een GEM/DOS font is ziet de file er uit als volgt:

Speedo font:

Cooper Black
BC15xx
C15
BX000630.SPD{15}
(lege regel)
POOLS.ENC
F0630BT_.AFM
Cooper Black
Normaal{50}


GEMDOS fonts:

Berk_14
SBERK_14
(lege regel)
SBERK_14.FNT
STANDARD.KEY
(lege regel)
(lege regel)
Berkeley PL
Normaal 14pt{52}

Het zijn per PF-file 9 regels met:

  1. de interne fontnaam
  2. de oude naame: een afkorting, b.v. BC voor Cooper Black; 15 is cache-grootte??;xx is ???; dit alles lijkt niet echt relevant te zijn
  3. cache-naam: afkorting naar keuze, 3 letters zijn voldoende
  4. fontfile-naam incl. extensie; tussen {} de cache-grootte
  5. de toetsenbord-definitie file, hoeft niet ingevuld te zijn, Standard.key is default.
  6. de encoding file, hoeft niet ingevuld te zijn. Bics.enc is default.
  7. fontmetric file, hoeft niet te bestaan! De extensie van de evt. file is .AFM
  8. de familie naam
  9. font stijl; tussen {} het gewicht

Alleen de regels 4, 8 en 9 lijken verplicht.


De naam van de eerste regel kom je tegen binnen Fontparameters als interne naam, maar is niet de naam van het font kiezen. Als je de interne naam van een font verandert en dat font stond in de lijst van fonts waar je mee het programma start [de file FONTS in de TWRITE3 resp. WP4SYS folder] dan kan het font niet gevonden worden. De naam van de tweede regel kom je in het PF maken gedeelte tegen onder oude naame, verder niet.

Bij vector-fonts is de fontfilenaam de BX000630.spd, bij GEMDOS fonts is de fontfile-naam die van het schermfont. De {cache-grootte} is slechts belangrijk voor Speedo fonts en hoeft niet te zijn ingevuld want niet relevant voor bitmap fonts van een bepaalde grootte. Bij vector-fonts wordt tot de opgegeven grootte alles van de fonts de eerste keer berekend, de volgende keer worden de gegevens opgehaald uit de cache-folder. In de CACHE folder zijn files te vinden die beginnen met de in regel 3 gebruikte afkorting, althans de eerste 3 letters daarvan.

De familie en stijl naam krjgen we te zien als we een font gaan LADEN. Verschillende fonts met dezelfde familie naam worden gebundeld en zijn bij het laden alleen nog aan de hand van de stijl uit elkaar te houden. De stijl wordt bij Speedo fonts meestal aangegeven met normaal, italic, bold, bold italic, maar kan net zo goed [mis]bruikt worden bij GEMDOS fonts om de punt-grootte aan te geven, b.v. normaal 10pt. De volgorde in het kolommetje stijl wordt bepaald door het gewicht b.v. 50 voor normaal, en 90 voor extra bold. Bij GEMDOS fonts met slechts verschillen in punt-grootte kan b.v. 10 pt aan gegeven worden met 50, 12 punt met 51, 14 punt met 52 etc.


De PF-filenaam is vrij; meestal met een herkenbaar gedeelte b.v. Cooper.pf of met het codenummer C0630BT_.pf er in verwerkt. De extensie is altijd pf. De PF-files bevinden zich binnen de TWRITE3 of WP4SYS folder, evt. nog dieper verstopt. Het Speedo font moet in de BTFONTS folder komen, de beide GEM fonts in de folders SFONTS [schermfonts] of LFONTS [printerfonts, in dit geval Laserfonts]. De .KEY files staan in de TWRITE3 of WP4SYS folder, de .ENC files in de ENC sub-folder daarvan.

In het hoofdmenu onder FONT wordt LADEN gekozen, een klik op FAMILIE laat het programma, nadat het groene licht ervoor gegevens is, alle PF's doorzoeken en het nieuw toegevoegde font wordt in de ljst opgenomen.

Bij FONTPARAMETER worden enkele gegevens uit de .PF file te voorschijn getoverd. Niet alle items zijn te zien, b.v. de encoding-tabellen niet.

Bij PF AANMAKEN [alleen beschikbaar bij That's Write] kan een bestaande PF-file worden aangepast dan wel een nieuwe worden gemaakt en weggeschreven onder een gewenste naam. Alle regels van de PF-file vinden we terug, regel 2 als oude naame.

Bij That's Write 4 worden voor de vector-fonts PF-files virtueel gemaakt, d.w.z. dat als we de optie PF-aanmaken oproepen we niet zoals bij TW3 een leeg administratie-formulier zien, maar een grotendeels ingevulde. Bij de Speedo en PostScript Type 1 fonts zal als encoding file Standard.enc ingevuld zijn, terwijl de Type 1 fonts ook nog een AFM-file blijken te hebben. De TrueType-fonts daarentegen hebben als encoding Unicode.enc ingevuld. In geen van de gevallen is de PF-file ook daadwerkelijk op schijf aanwezig. Voor de oude Gem-fonts moet er echt een PF-file bestaan.


Copyright © Rein Bakhuizen van den Brink
Last updated on 26 december 2000

Home That's Write That's Write en Speedo fonts That's Write Encoding file