In de MS-DOS wereld had Bitstream Inc. een goede naam met bitmap fonts onder de naam Fontware. Het gebruik van bitmap-fonts is daar, vooral na de komst van Windows, geheel en al verdreven door vector-fonts als Post Script Type I en TrueType. Slechts enkele programma's maakten gebruik van de Bitstream fonts. In 1991 kwam ook Bitstream Inc. met een eigen model vector-fonts, de zogenaamde Speedo fonts. Inzetbaar werden de Speedo fonts met behulp van de font-manager Facelift for Wordperfect voor WordPerfect en ook een programma als Lotus 1-2-3 kon met Speedo fonts overweg. Het enorme repertoire van ruim 1000 lettertypes aan bitmaps fonts is geleidelijk aan omgezet naar vector-fonts. Bitstream Inc. leverde echter gelijktertijd ook dezelfde lettertypes zowel als Speedo als ook in Post Script Type 1 en True Type formaat. |
In 1992 kregen de pogingen om op het Atari-platform te komen tot één gemeenschappelijke font-standaard meer vorm door een overeenkomst van Atari met Bitstream Inc. over het gebruik van Speedo fonts in de opvolger van GDOS. Speedo GDOS zou de Fonts Scaling Manager voor Atari worden vergelijkbaar met Adobe Type Manager voor MS-DOS/Windows en Apple MacIntosh. In de loop van 1993 kwam een eerste versie van SpeedoGDOS beschikbaar, eind 1993 kwam de tweede versie gereed echter het zou nog tot het voorjaar van 1994 duren voordat Speedo GDOS versie 4.2 verkrijgbaar werd. Inmiddels was Facelift for Windows verschenen, en ook werd WordPerfect Six.O standaard geschikt gemaakt voor Speedo fonts. |
Het maken van goede fonts is een echte kunst. Er is veel typografische vakkennis voor vereist en het is niet zo vreemd dat professionele fonts niet goedkoop zijn. Net zo als bij programma's werden ook fonts slachtoffer van grootscheepse illegale verkoop en vermenigvuldiging. De leveranciers van professionele fonts trachtten hier een eind aan te maken b.v. door het inbouwen van licentienummers zoals bij CALAMUS. Een echte oplossing is het niet, elke maatregel lokt immers een tegenmaatregel uit. Het beleid van Bitstream is er op gericht een volledige controle op het gebruik van de door hun te leveren fonts te houden. De structuur van de fonts is dus niet vrijgegeven en tot dus ver ook nog niet gekraakt. Er zijn dan ook geen font-editors voor Speedo fonts. |
In zekere zin is dat ook niet nodig. Wat een veelvoorkomend probleem is bij andere typen fonts is dat niet alle lettertekens aanwezig zijn. Als b.v. in de Duitse taal-situatie de 'ringel-s'of de 'aumlaut' niet aanwezig is moeten die lettertekens erbij worden gemaakt. Wat Speedo fonts vóór hebben op de concurrenten is dat van de theoretische mogelijkheid om 564 lettertekens per font op te slaan ook in de praktijk gebruik wordt gemaakt. De meeste letters uit de diverse latijnse schriften zijn in de Speedo fonts aanwezig, dit geldt voor zowel de net genoemde Duitse letters maar ook voor specifieke Franse, Scandinavische, Turkse en Westslavische letters. Dit voordeel is tegelijk ook een probleem. Tekstverwerkers slaan hun teksten meestal op volgens een 8-bits code, en wel volgens de ASCII standaard. De ASCII loopt van 0 t/m 255, waarbij de posities onder de 128 door praktisch iedereen op dezelfde wijze wordt geinterpreteerd maar de 128-255 reeks nog enigszins naar eigen goeddunken kan worden ingedeeld. Met andere woorden gezegd, Speedo fonts bieden ruim 430 tekens meer aan terwijl slechts 128 plaatsen beschikbaar zijn in de ASCII reeks, en wel van 128-255. Het verband leggen tussen een ASCII positie en een Speedo positie is de zogenaamde "mapping". |